E-mail-accounts zijn voor iedereen heel belangrijk, omdat er veel persoonlijke gegevens in staan. Veel gebruikte accounts zijn Gmail, Hotmail en Yahoo. Dit zijn mooie voorbeelden van een public cloud. Toch staan veel mensen daar niet bij stil. Kijk maar naar de legio sociale media, iedereen plaatst alles online en het is bekend dat deze gegevens openbaar zijn.
Neem hardlopen als voorbeeld. Dat is op dit moment ontzettend in. Veel mensen hebben een gps-sensor, zoals Nike Plus, in hun schoenen of horloges en een fitness applicaties als Runtastic of Runkeeper, zodat je precies kan zien hoe snel en ver je gelopen hebt. Weinig mensen bedenken vervolgens wat Nike of Runkeeper doet met deze informatie. Onder het motto ‘ik heb toch niets te verbergen’ lijken mensen hier onverschillig tegenover te staan. Dan gaan ze wel voorbij aan het belangrijkste punt; deze partijen verzamelen deze ‘big data’ namelijk op een slimme manier en verkopen het door.
Zo kan Nike real-time in Central Park, New York zien wie, waar rent. Op deze manier weten ze dat het merendeel van de lopers op een bepaald punt allemaal starten en stoppen. Die informatie hebben ze verkocht aan Starbucks, die daar vervolgens een mobiele kar heeft neergezet. Niemand staat er bij stil dat als je een sensor gebruikt of een app downloadt, dit er toe leidt dat Starbucks daar nu met een mobiel tentje staat. Die mind-set, daar is nog bijna niemand mee bezig. Het is een verkeerd denkbeeld dat je gegevens privé zijn, omdat je gegevens anoniem zijn. Dit is één voorbeeld, maar het gebeurt heel vaak. Het gaat puur om een mind-set, waar je je ervan bewust wordt dat het gebeurt.
Met de intrede van de eerste smartphone in 1996 zei 80 procent nog dat ze niet overstag zouden gaan; ‘want mijn privéleven is te belangrijk. Ik wil niet alleen maar m’n mail lopen checken, daar is mijn privétijd te heilig voor. Als ze me nodig hebben, laten ze wel een bericht achter op mijn voicemail.’ Nog geen tien jaar later waren de Nokia baksteentjes ingeruild voor smartphones en was de penetratiegraad in Nederland al bijna 75 procent. Dat gaat zo snel. Boven de zestien jaar hebben we inmiddels in Nederland een dekkingsgraad van bijna 100 procent. Sterker nog, de gemiddelde simkaart in Nederland is 1,4 per persoon. Tegenwoordig lopen we dus bijna allemaal met twee telefoons rond. Dat had niemand tien jaar geleden geloofd.
Dit belooft veel voor de toekomst. Het verzamelen en analyseren van data en op basis daarvan voorspellingen doen, ook wel bekend als big data, wordt steeds interessanter voor bedrijven. Het zorgt er tegelijkertijd voor dat de rol van cloud belangrijker wordt. Zonder een cloud had Nike de gegevens van deze consumenten nooit gehad. Big data voelt dan misschien als een bedreiging, maar het is een positieve ontwikkeling. Het kan consumenten veel extra service bieden, omdat bedrijven inzicht krijgen, die ze anders nooit zouden hebben.
Over tien jaar bestaat het begrip cloud niet eens meer, omdat het zo is ingeburgerd. Dat wil zeggen dat het een marktstandaard wordt. Ook de rol van de smartphone zal veranderen, we doen er nu voor ons gevoel al alles mee, maar dat wordt alleen nog maar meer, zoals het besturen van je huishouden. Dat betekent dat infrastructuur steeds belangrijker zal worden, omdat de data belangrijker wordt. Datacenters krijgen dan ook een sleutelpositie en dan zit je als bedrijf liever bij een gespecialiseerde partij die de explosieve groei van data aankan.


